Wanneer men over de Nederlandse Antillen spreekt, in Nederland, Europa of in de Verenigde Staten, dan zijn dat twee
eilanden: Curaçao en Aruba. Bonaire klinkt wel bekend, maar daar houdt het eigenlijk bij op.
Voor wie het niet weet, Bonaire ligt 48 kilometer vanaf Curaçao en 50 kilometer ten noorden van Venezuela. Negen uur
vliegen vanaf Amsterdam en slechts 3 uur van Miami. Maar zoals de Bonairianen zeggen: "de weg naar een vriend is nooit
ver!" Het eiland is 49 kilometer lang en op plaatsen 12 kilometer breed. Sinds 30 januari 1642 maakt Bonaire deel uit
van het Koninkrijk der Nederlanden. Tot voor kort was Bonaire economisch een ondergeschoven kindje. Curaçao en Aruba
leefden van de oliemaatschappijen terwijl Bonaire koos voor ecologische innovaties. En dat gaat nu haar vruchten
afwerpen. Men is er hier trots op dat Bonaire Limpi is, schoon in het Papiaments, de voertaal van het eiland. Ondanks
dat toerisme de belangrijkste bron van inkomsten vormt willen de Bonairianen het toch kleinschalig houden om zo hun
eiland te beschermen tegen allerlei negatieve invloeden van buitenaf. En terecht want Bonaire is een verborgen paradijs.
Van de Benedenwindse eilanden is Curaçao het grootst, ... Aruba het bekendst en Bonaire het mooist. Het klimaat is
tropisch met een gemiddelde temperatuur van 27 graden Celsius en het zeewater heeft een constante temperatuur van
rond de 26 graden. De verkoelende noordoosten passaatwind die bijna het gehele jaar door over het eiland waait heeft
de divi-divi boom zijn beroemde vorm gegeven. Cactussen tornen surrealistisch uit boven de soms zanderige- en dan weer
beboste heuvellandschappen. In dit zeldzaam mooie kleurenparadijs hebben 170 soorten exotische vogels als parkieten,
papagaaien (Lora) en de gele en rode trupial een veilig heenkomen gevonden en kun je leguanen en hagedissen in allerlei
formaten en kleuren aantreffen. Bonaire is een van de weinige gebieden waar wilde ezels en geiten nog vrij rondlopen.
Dat zegt iets over de levenstijl op Bonaire; vrijheid boven alles. En dan te bedenken dat slechts 15.000 mensen wonen
op dit lieflijke eiland waarvan zo'n kleine 2.000 Nederlanders die hier rust en ontspanning zoeken in hun schitterende
appartementen en prachtige huizen. Sommigen wonen op een boerderij die hier Kunuku oftewel Knoek wordt genoemd.
Cultuur staat hoog in het vaandel van de Bonairiaan en muziek speelt daarbij een heel belangrijke rol. Als er wat te
vieren valt is er ook muziek. Ieder jaar wordt ter voorbereiding van het Karnaval het Tumba lied gekozen door een
vakkundige jury. Tony Leinsen heeft veel van deze muziek opgenomen en op cd uitgebracht zodat dit bewaard blijft
voor het nageslacht. De hoofdstad is Maartensdijk en het oudste dorp heet Rincon. Het werd tegen het eind van de 15de
eeuw gesticht door de Spanjaarden om uit het zicht hun buit te kunnen verstoppen en zich voor te bereiden op
plundertochten door het Caribische gebied.
De voertaal is dan wel Papiaments maar de Bonariaan spreekt ook Nederlands en het Spaans is volledig ingeburgerd.
Met Engels heeft men hier geen enkele moeite. Dat mede maakt de praatgrage vriendelijke Bonariaan tot een toegankelijk
en gezellig mens. Het mag niet vreemd klinken dat deze sfeer sterk tot de verbeelding spreekt van liefst 300.000 toeristen
die ieder jaar met gigantische cruiseschepen Bonaire aandoen. Daarnaast komen dan nog eens een kleine 50.000 (onder)water
liefhebbers en 20.000 andere gasten.
OORSPRONG
Bonaire is ontstaan vanuit een vulkanische berg op de oceaanbedding. Toen de berg juist tot onder de wateroppervlakte
kwam begon zich koraal te vormen. 'De oude ‘berg’ is nog te zien in het noorden van het eiland rond de Brandaris in het
Washington Slagbaai Park. Langs de kust ligt voornamelijk kalksteen: fossielen van koraalriffen waarin schelpen
en koraalresten te vinden zijn. Ook zijn er enkele vulkanische elementen te vinden. De Arawak indianen noemden het
eiland Bonay, waar het zijn huidige naam aan te danken heeft. Maar in de overlevering noemden de Arawak ook de
eerste mens, Bonay. "Bonay werd geboren in een lavastroom diep in het midden van het eiland en kwam ongeschonden
boven; levend en wel. Hij is de vader van de gehele mensheid."
ZEE & STRAND
De prachtige azuurblauwe en turkooizen zee trekt niet alleen onderwater liefhebbers maar ook surfers. Het
Wereldkampioenschap Freestyle windsurfen 2002 werd gestreden bij Jibe City in de ondiepe baai van Sorobon met
als winnaar de eigen Bonairiaanse volksheld Tonky Frans. Een stukje verderop is Lac Cai, de plaats waar de Bonairianen
elkaar zondagsmiddags treffen voor gezelligheid met barbecue en onvervalste Mariachi van Calixto of Mamita. In de
nabij gelegen oerwoudachtige mangrovebossen kun je volop kajakken en vogels en zeeschildpadden bekijken. Groot
daarentegen is het contrast van de woeste oostkust waar huizenhoge golven constant de kust geselen.
DUIKEN
Dankzij streng toezicht door de overheid zijn de beschermde kustwateren en de onbeschrijflijke mooie koraalriffen in
de afgelopen decennia uitgegroeid tot één van de bekendste duik- en snorkel bestemmingen ter wereld. Het zicht
onderwater is vrijwel overal 30 meter waar honderden verschillende soorten vissen tussen de groene schildpad, de
karetschildpad en de ‘loggerhead’ zwemmen. De grote leatherback is zeldzaam maar wel aanwezig.
KLEIN BONAIRE
Zeeschildpadden zijn ook te vinden op Klein Bonaire dat tegenover de boulevard van Kralendijk ligt. Dankzij financiële
steun van het Prins Bernhard Fonds kan Klein Bonaire een beschermd en ongerept stukje natuurgebied blijven waar
geen mensen wonen. Overal liggen bootjes om duikers naar prachtige onderwater werelden te brengen.
FONTEIN
Natuurpark Fontein wordt 'bewaakt' door Bouchi Frans die als geen ander weet hoeveel papagaaien er op het eiland zijn.
's Ochtend om 6 uur wordt Fontein de kirrende eetplaats voor de papagaaien en drinkplaats voor wilde geiten. Later op de
dag kun je de sprookjesachtige waterbron in de grot bewonderen of rotsinscripties bekijken van de eerste bewoners van het
eiland, de Caiquetio Arawak Indianen.
GOTO MEER: WASHINGTON SLAGBAAI
Adembenemende rust straalt uit van het Goto Meer dat tegen het 13.500 hectare grote Washington Slagbaai nationaal
natuurpark ligt. Het is een broed- en verblijfplaats voor duizenden Flamingo's. Het hoge zoutgehalte heeft een
helende werking voor de huid evenals de geneeskrachtige klei die hier gevonden wordt. Een ideale locatie voor een
gezondheids centrum om te ontstressen.
SLAVENHUISJES & HET WITTE ZOUT
Eeuwenlang speelde zout een centrale rol in de lokale economie en wordt nu nog steeds gewonnen in de zoutpannen op het
meest zuidelijke punt van het eiland. Oranje-paarse flamingo’s laten zich daar in grote wolken meedrijven met de witte
zoutbergen bij de zoutpannen op de achtergrond die op zich weer een opvallend en kleurrijk contrast vormen met de
omringende groene en blauwe zee. De West Indische Compagnie zette een economisch ontwikkelingsproject op gang in 1639.
Zoutwinning, maïsbouw en veeteelt werden ontwikkeld. Ook hout behandeling was een belangrijke economische activiteit
in die tijd. Een groot aantal Afrikaanse slaven werden naar het eiland gebracht om in de zoutpannen te werken. De
ongeveer 1,40 meter hoge slavenhuisjes bij Cabaje zijn nog steeds stille getuigen uit die barre tijden toen liefst
6 tot 8 man hierin moesten overnachten
KRALENDIJK: HOOFDSTAD
Op de boulevard van de hoofdstad Kralendijk is het reuze gezellig om overdag uit te puffen bij een heerlijk drankje
of gewoon om weg te dromen uitkijkend over de Caribische Zee wachtend op een prachtige zonsondergang. Of om de
kleurrijke architectuur te bewonderen en rond te slenteren op Kaya Grande, de winkelstraat van Kralendijk met zijn
fleurige koloniale gevels en ontelbare souvenirs. 's Avonds kan men terecht in het centrum voor een ruime keuze uit
verschillende menu's of je kunt er ook voor kiezen om Fungie en maiskoek met gegrilde kip te eten bij Jan en Rose in
Rincon; een trefplaats voor de oergezellige "locals".